Week 6

15 augustus 2016 - Willemstad, Nederlandse Antillen

Dag 36 & 37
Maandag heb ik gewoon rustig aan gedaan. Dit is de laatste dag van mijn vakantie. Niet dat ik verwacht dat ik extreem hard zou moeten werken hier (aangezien ik ook maar drie dagen stage loop), maar toch.
Vandaag (dinsdag) heb ik eindelijk mijn eerste dag op stage gehad. Echt super leuk. Ik heb vandaag kennis gemaakt met veel docenten, een heel gesprek gehad met de adjunct-directrice en mijn begeleider ontmoet. Mijn begeleider is een man die al tien keer met pensioen had kunnen gaan, maar hij vindt het nog veel te leuk. Ik denk dat ik veel van deze man kan leren en ik kan het goed met hem vinden. Hij spreekt ontzettend goed Nederlands, bijna accentloos. Ik ga stage lopen op dinsdag, woensdag en donderdag, dus ik heb lekker een lang weekend. Zij hebben mij (eigenlijk door gebrek aan begeleiding) ingedeeld op AGO. Dit is ongeveer te vergelijken met het LWOO in Nederland. Dit zijn leerlingen die gedragsproblemen hebben, of moeite met leren. Mijn begeleider gaf aan dat als ze eenmaal binnenkomen op de AGO,  ze dan niet meer door kunnen stromen naar het VSBO (het Nederlandse VMBO). Hij zegt dat ze dat systeem van doorstromen nog niet echt kennen op Curaçao. Dit vind ik echt erg jammer. Je zou leerlingen ook met doorstromen kunnen motiveren, zeker wanneer zij op het AGO zitten vanwege het gebrek aan moeite doen.
Ik vroeg mijn begeleider wat voor methode zij gebruiken, maar daar kon hij mij geen antwoord op geven. Zij hebben geen methode. Hij zei dat we tot donderdag af moeten wachten welke groepen we krijgen en dat we dan gaan kijken wat voor materiaal we kunnen gebruiken. Voor mijn opleiding moet ik ook materiaal ontwikkelen, zowel schriftelijk als digitaal. Omdat zij hier geen methode hebben, heb ik echt het gevoel dat ik mezelf hier nuttig kan maken. De opdrachten gaan op deze manier ook leven. Ik voel me gemotiveerder dan ooit om de opdrachten te maken. Hoe kun je nou goed lesgeven zonder een duidelijke methode? Leerlingen hebben ook structuur nodig, zeker deze doelgroep.
Wel heb ik nog veel te leren wat pedagogiek betreft. Ik heb de afgelopen twee jaar erg brave leerlingen gehad die erg gemotiveerd waren om Nederlands te leren. Deze leerlingen zijn dat niet en zullen zich waarschijnlijk ook wel verzetten. Ik zie het als iets positiefs dat ik dit tijdens mijn laatste stage nog mag meemaken, omdat het dan nog fout mag gaan. Ik heb dan iemand bij me die me kan helpen en met mij kan kijken wat ik anders aan kan pakken.
Ik ben erg enthousiast over deze stage. Ik denk dat ik het heel erg naar mijn zin ga hebben hier. Morgen een excursie met de docenten. Beetje wandelen en zo. De mensen spreken allemaal Papiamento met elkaar, dus ik ben benieuwd. Iedereen is wel erg aardig tegen me geweest vandaag, dus het gaat vast wel goed komen.  
Vandaag heb ik ook les gegeven over werkwoorden aan Marianne en Gerrold. Gerrold en ik hadden al lang geleden afgesproken dat we dat een keer zouden doen, omdat zij hier nog wel moeite mee hebben, maar het kwam er maar niet van. Nu hadden we een datum geprikt om hiermee te oefenen en wat dingen uit te leggen, maar dat moest natuurlijk allemaal via Skype. Ik miste mijn schoolbord, dus ik zei dan tegen Marianne wat ze op moest schrijven, zodat ze toch een duidelijk plaatje hadden van wat ik wilde uitleggen. Het was een hele uitdaging, maar ze zijn echt goed geworden in de werkwoorden. Oefening baart kunst. We gaan later nog een keer verder om te kijken wat er nog is blijven hangen. Dit is eigenlijk iets wat je bij moet houden als je er moeite mee hebt.

Dag 38
Vandaag was ik op excursie met mijn collega’s. Allereerst verzamelden we ons bij de school. Iedereen gaf elkaar een zoen en zeiden tegen mij: ‘Zo doen we dat hier’. Het zag er wel gezellig uit. Er was verwarring bij de collega’s hoe laat we moesten vertrekken. Sommige dachten half acht, anderen acht uur. Het was half acht verzamelen en acht uur vertrekken, maar hier op Curaçao doet iedereen maar wat. Ik reed mee met de adjunct-directrice en haar broer, die ons hielp met reflectie en dergelijke. We gingen naar een soort bos en kregen allemaal uitleg over bomen en zo. Ik vond dat niet echt interessant en ik begreep ook geen woord van wat de gids vertelde. De adjunct-directrice liep de hele tijd bij mij in de buurt, zodat ze kon vertalen. Iedereen die er was sprak ook Nederlands tegen mij, maar de uitleg was toch in het Papiaments. Voordat we naar binnen gingen, werd er gebeden in het Papiaments en werden en kruisen geslagen, want het is een katholieke school. Voor het gebed kwam de directeur naar mij toe en vroeg hoe ik ook alweer heette. Ik dacht al wel dat hij het zou vergeten en dat was ook zo. Na het gebed ging hij mij voorstellen en welkom heten, maar ik moest toch zelf mijn naam weer opnoemen. De conciërge moet elke keer heel hard lachen als hij mijn achternaam hoort en roept die elke keer als ik aankom lopen ’s ochtends. Iedereen heette mij van harte welkom. Toen gingen we dus het bos in met de gids, die ik niet kon verstaan. Het was warm en een tocht waarbij je goed moest oppassen voor takken en dergelijke. Op een gegeven moment zegt een collega dat de beestjes op mij aan het werk zijn. Dus ik kijk naar mijn benen en ik zie helemaal geen beestjes. Blijkt dat ze mijn muggenbulten had gezien, dus ik zeg: ‘Oh nee, die had ik al’. Zij had inmiddels al een anti-muggenspray uit haar tas gehaald, maar ik had er geen zin in dus ik bedankte vriendelijk. Lelijke muggenbulten, iedereen kan ze dus meteen zien L. Ik vond het echt erg nuttig om mee te gaan, omdat ik nu de collega’s een beetje heb leren kennen. Bijna iedereen heeft wel even met mij gesproken en iedereen is even aardig. Ook heb ik de sfeer kunnen proeven onder de collega’s, wat ik belangrijk vindt. Zij staan heel erg als één school en willen elkaar altijd helpen. Dit werd ook besproken tijdens de reflectiestukjes tussendoor, die dus voor mij vertaald werden. Er zijn nog twee Nederlandse mannen. De één spreekt goed Papiaments en de ander is er nog maar een jaar en kan het nu aardig volgen en spreken. Hij heeft de taal geleerd via zijn leerlingen. Als zij wat zeiden, schreef hij het op en ging dit dan leren. Uiteraard hebben de leerlingen hier ook wel eens een grapje mee uitgehaald dat hij met een woord aan kwam bij de adjunct-directrice dat een scheldwoord bleek te zijn. Grappig.
Na de tocht kregen we broodjes met kip of vlees. Ik zei: ‘Kip is toch ook vlees?’. Maar vlees is dus stoofvlees. Ik had een broodje met kip en het was heerlijk. Ook was er drinken met ijsklontjes, waar ik erg aan toe was. Ik had natuurlijk wel water bij me, maar het wordt hier zo snel warm. Een van de collega’s vroeg aan mij of het lekker was. Ik zei dat het heerlijk was en dat het wel een poosje geleden was dat ik zo lekker had gegeten. Hoe vroeg wat ik dan had gegeten en ik gaf aan dat ik natuurlijk de Hollandse boterham eet, waarop hij lachend reageerde dat ik op Curaçao moet genieten van het Curaçaose eten. We waren ’s ochtends al langs de MacDonalds gereden (ik had natuurlijk thuis al ontbeten en hoefde niks) en ik zag meer mensen met een MacDonalds beker. We zitten hier ook tegenover. Dus als ik een beetje mijn figuur wil behouden, blijf ik toch maar een beetje Hollands eten en af en toe dan wat lekkers ertussen.
Op de terugweg heb ik veel verhalen gehoord van de man die over de reflectie ging. Hij is in de hippietijd in Nederland geweest om te studeren. Hij kwam in een kaaswinkel en vroeg om kaas, waarop de kaasboer dacht dat hij een grapje maakte, omdat er zoveel verschillende soorten kaas in Nederland zijn, dat je een soort moet opnoemen. Dit hadden ze toen nog niet op Curaçao. Ook wilde hij op de markt één kilo aardappelen halen en dat liep ook niet zo soepel want wat voor aardappelen wil je hebben. In die tijd hadden ze maar één soort op Curaçao en dat heette gewoon een aardappel, dus hij had geen idee wat hij moest zeggen. Toen moest hij uitleggen wat hij met de aardappel wilde doen en toen krijg hij aardappelen mee. Hij had erg genoten van zijn tijd in Nederland.
Het was een erg leuke dag en iedereen heeft me opgenomen in hun team. Het gaat vast leuk worden. Morgen de eerste dag van de introductieweek met de leerlingen. Ik ben benieuwd.      

Dag 39
Vandaag was de eerste dag met de leerlingen. Ik kwam aan en om half acht zouden we beginnen met de opening. Om half acht ging de bel en de docenten bleven gewoon rustig zitten in de lerarenkamer. Op een gegeven moment moest iedereen bij elkaar komen voor een korte uitleg en dergelijk. Alle leerlingen stonden buiten te wachten. Ik ging met mijn begeleider naar onze afdeling en daar moesten we weer wachten. Uiteindelijk gingen we naar de plek waar de opening zou plaatsvinden. Alle docenten moesten het podium op en werden stuk voor stuk voorgesteld. Op een gegeven moment werden de leerlingen het zat. Ze begonnen allemaal met elkaar te praten en keken niet meer echt geïnteresseerd, maar ze gingen stug door tot de laatste docent en conciërge en administratief medewerker etc. Ik vroeg of ze dit elk jaar zo doen, waarop de vrouw zei van wel, maar niet zo lang als nu. Uiteindelijk was het klaar en ging iedereen naar zijn eigen afdeling. Daar gingen de mentoren één voor één alle leerlingen opnoemen die bij hen in de klas zitten en die moesten dan naar hen toe lopen. Ze gingen van de vierde naar de eerste klas en mijn begeleider en ik moesten een eerste klas opvangen voor de mentor die niet aanwezig was. Dus wij moesten wachten tot alle klassen weg waren. Het duurde allemaal zo lang!!! Voordat we eindelijk in de klas zaten, waren we twee en een half uur verder en was er naar mijn idee nog niks gedaan. Uiteindelijk zaten we in de klas stelde iedereen zich voor. De leerlingen waren nog vrij rustig, omdat het een eerste klas was. Mijn begeleider heeft de hele tijd met de leerlingen gepraat, maar dat is natuurlijk in het Papiaments, want zij begrijpen geen Nederlands, maar ik begrijp geen Papiaments. Ik verveelde me dus aardig. Toen hadden we even pauze en kwam ik erachter dat ik mijn gesmeerde boterhammen niet mee had genomen. Echt onhandig van mij. Na een half uurtje pauze gingen we weer verder. Na tien minuten komt er een jongen binnen gelopen. Hij moest bij de deur blijven staan en zij hadden een gesprek, die ik niet kon verstaan. De leerlingen moesten er wel om lachen. Na twintig minuten kwam er nog een jongen aangewandeld. De jongen ging zitten, mijn begeleider was aan het praten en had het denk ik niet door, maar de jongen die tien minuten te laat kwam wees hem erop dat hij veel later was dan hem. De begeleider riep de jongen bij zich en moest ook voor de klas een gesprekje voeren, wat ik natuurlijk weer niet kon verstaan. Na de pauze was bedoeld voor spelletjes en dergelijke, maar omdat we een klas onverwachts hadden opgevangen, had mijn begeleider niks voorbereid en was dus de hele tijd in gesprek met de leerlingen. De leerlingen moesten in het Nederlands zeggen hoe oud ze waren en wanneer ze geboren waren. Dit was het enige moment dat ik wat kon begrijpen, maar daarna was alles weer Papiaments. Ik heb wat tegen de leerlingen mogen zeggen, maar dit moest allemaal vertaald worden, dus ik heb het kort gehouden.
 Toen de leerlingen naar huis mochten, was er een vergadering. Deze zou officieel beginnen om half één, maar er waren nog maar tien mensen of zo. Toen ik dat zag, ben ik ook nog maar rustig naar de lerarenkamer gelopen en naar het toilet gegaan. Iedereen zat daar nog rustig met elkaar te kletsen. Om ongeveer kwart over twee begon dan uiteindelijk de vergadering. Tijdens de vergadering kwamen er nog mensen binnendruppelen. De laatste collega kwam vijf minuten voor het einde nog binnen. Niemand zegt daar wat van, dat is blijkbaar normaal.
Na de vergadering heb ik gesproken met de adjunct-directeur van mijn afdeling over het taalprobleem en dat ik hierdoor ook moeilijk contact kan maken, omdat we elkaar niet begrijpen. Hij zei dat dit klopt, zij begrijpen mij ook niet, want ik spreek Nederlands en zij alleen Papiaments. Hij gaf aan dat hij met de andere directeuren zou gaan overleggen wat we kunnen doen. Het beste is om over te stappen naar het VSBO (Nederlandse VMBO), omdat zij beter Nederlands spreken, maar ze konden geen begeleider voor mij vinden daar. Dus ik wacht het af.

Dag 40, 41 & 42
Dit is mijn weekend. Ik heb een lang weekend, omdat ik de maandag en vrijdag ook vrij ben. Ik ben lekker naar het strand geweest, wat voor school gedaan en even bij Olaf en Karin langs geweest. Lekker rustig aan gedaan.